Stap 4
Stap 4




In stap 4 zullen we de frequentietabel maken waarmee we de grafieken in stap 5 kunnen maken. Om een handig overzicht te hebben doen we dit in een nieuw werkblad.
Om een nieuw werkblad aan te maken klik je op het plusje linksonder in het werkveld van Excel.
Helaas werken de grafieken niet vanuit een set gegevens zoals we in blad 1 gebruikt hebben. We zullen een frequentietabel moeten opstellen. Neem hiervoor een cursusblad.
We zoeken eerst het laagste en het hoogste getal uit onze gegevens. We noemde dit eerder het minimum en het maximum.
Schrijf het minimum op, en schrijf daaronder elk volgend getal tot je aan het maximum komt, onder elkaar.
Vervolgens zoeken we voor elk getal uit, hoe vaak dit getal voorkomt in onze reeks gegeven. Kom je in de kader met gegevens bijvoorbeeld 5x het getal 1 tegen. Dan schrijf je een 5 langs het getal 1 in de tabel waaraan je net gestart bent. Vervolledig dit ook voor de andere gegevens.
De tabel die je nu hebt gemaakt noemen we een frequentietabel. Hierin staat voor elk getal, hoe vaak het getal voorkomt. In het voorbeeld hierlangs zie je bijvoorbeeld dat er 13 kinderen zijn die met 2 zijn thuis en slechts 1 leerling die met 5 kinderen thuis woont.
TIP: controleer je frequentietabel goed!
Probeer nu de tabel in te geven in Spreadsheets. Probeer het in te geven op de zelfde plaats, met dezelfde omkadering, en dezelfde titeltjes.
Tenslotte gaan we in stap 5 de grafieken genereren met behulp van deze tabel. Hierna is de opdracht al afgerond.